Vandaag is twaalf jaar celstraf en tbs met dwangverpleging geëist tegen Edwin M., de vrachtwagenchauffeur die Arno de Korte doodreed tijdens diens werk als motoragent.
De in Capelle woonachtige Arno de Korte is op 7 juli 2021 aan het werk als motoragent als die dag zijn leven abrupt tot een einde komt. Zijn weg kruist die van vrachtwagenchauffeur Edwin M. (ook wel bekend als Willem) en wil hem een stopteken geven. Uit reconstructie blijkt dat de chauffeur niet remt, maar zelfs gas bijgeeft, en rijdt de motoragent aan op de Waalhavenweg in Rotterdam.
De 47-jarige Arno de Korte komt ter plekke te overlijden. De vrachtwagenchauffeur stopt niet. Hij keert om en rijdt opnieuw langs de zojuist aangereden motoragent, voor hij definitief weg is. Later op de dag wordt de vrachtwagen teruggevonden en wordt M. aangehouden in zijn woonplaats Melissant.
Eerdere ongelukken
In de nadagen van het ongeval wordt steeds meer bekend over de verdachte. Zo werd in 2015 ook al een motoragent overreden door de man en verloor daardoor zijn arm. Hoewel opzet niet kon worden bewezen, kreeg M. wel een werkstraf door zijn ‘onvoorzichtigheid’.
In 2020 was de vrachtwagenchauffeur opnieuw betrokken bij een ernstig ongeval. In Rockanje reed hij een fietsster aan. Het slachtoffer, een 79-jarige vrouw, kwam daardoor te overlijden. Uit onderzoek kon M. niks verweten worden.
‘Onbegrijpelijk’
Tijdens de tweede zittingsdag op dinsdag 6 september kwamen de nabestaanden van Arno aan het woord. Zij zeggen het niet te kunnen begrijpen hoe de chauffeur ondanks deze ongevallen nog mocht rondrijden. Ook vinden ze het onbegrijpelijk dat M. op geen enkel moment berouw heeft getoond voor wat er op 7 juli is gebeurd: “Het enige wat we van hem hoorden was dat hij wilde remmen, maar dat deed hij niet.”
Oplopende spanning
Hoewel M. in zijn verdediging verklaarde Arno niet te hebben gezien en niks van het ongeluk te kunnen herinneren, waren er wel spanningen tussen hem en de Politie. Deze zouden zijn ontstaan in de nasleep van het ongeluk in 2015, waarbij een motoragent zijn arm verloor.
Volgens M. zouden Politie en Openbaar Ministerie het op hem hebben voorzien. Er zouden ‘meerdere gebeurtenissen’ zijn die daarvan getuigen. Eerdere verklaringen van buurtbewoners aan de NRC zouden onderstrepen dat M. werd ‘opgejaagd’. Zo zouden agenten te pas en onpas zijn terrein opkomen of hem controleren, en zou M. anonieme bedreigingen ontvangen.
Tijdens de rechtszaak zouden gegevens tonen dat M. niet vaker dan anderen zou zijn onderworpen aan controles. In 2019 werd binnen de Politie al gesproken over de chauffeur, dat deze raar gedrag vertoonde en dat motoragenten werden ontraden de man aan een controle te onderwerpen.
Strafeis
Volgens het Openbaar Ministerie (OM) kan moord (met voorbedachte rade) niet bewezen worden. Wel kan volgens de officier van justitie bewezen worden dat er sprake was van opzet en dus doodslag.
De officier van justitie eist een gevangenisstraf van twaalf jaar en tbs met dwangverpleging. Deskundigen oordelen na onderzoek in het Pieter Baan Centrum dat M. verminderd toerekeningsvatbaar is. Langdurige behandeling is noodzakelijk om herhaling te voorkomen.
Daarnaast wordt ook gevraagd om ontzegging van de rijbevoegdheid voor maximaal tien jaar en na afloop een beroepsverbod als vrachtwagenchauffeur voor nog eens tien jaar.
Op 12 september gaat de rechtszaak verder. Dan komt de verdediging van de verdachte met hun pleidooi.