Capelle aan den IJssel is als gemeente financieel gezond. Dit blijkt uit de jaarlijkse financiële benchmark waarin de financiële positie van gemeenten worden onderzocht.
Elk jaar onderzoekt het BDO, een internationaal opererende accountantsorganisatie, de financiële gegevens van gemeenten. Door naar verschillende zaken zoals begrotingen, vermogen en beleid te kijken, berekenen ze hoe gezond een gemeente financieel is. Gebaseerd daarop kunnen vervolgens aanbevelingen worden gemaakt.
Capelle aan den IJssel doorstond de test uitstekend en behaalde een tien. We stonden voorgaande jaren nog op de vijfde plaats in de categorie ‘gemeenten met 50.000-100.000 inwoners’, nu stegen we naar een tweede plaats. Alleen de gemeente Hoeksche Waard scoorde net iets beter.
Wethouder Nico van Veen (Financiën) reageert op het behaalde resultaat: “We hebben in Capelle steeds nadrukkelijk gekeken hoe het geld wordt uitgegeven. En dat doen we goed, zonder in te leveren op de dienstverlening. Dat doe je als wethouder niet alleen, maar als college, samen met de gemeenteraad. En niet te vergeten de ambtelijke ondersteuning, die uitstekend werk levert.”
Kritische kanttekeningen
Hoewel veel gemeenten er financieel goed voor staan, beter zelfs dan in eerdere jaren, heeft het BDO toch enkele kritische noten. Zo hebben veel gemeenten, waaronder ook Capelle aan den IJssel, te maken gehad met incidentele grote inkomsten, zoals de verkoop van Eneco-aandelen en ontvangen coronasteun van het Rijk. Daardoor lijken cijfers rooskleuriger dan dat ze daadwerkelijk zijn.
Ook waarschuwt het BDO dat gemeenten zich niet rijk moeten rekenen, omdat er veel toekomstige kostenposten zijn. Zo zal de nasleep van de coronacrisis nog voortduren, hebben we te maken met een woningtekort en moeten er forse investeringen worden gedaan in verband met de energietransitie.
‘Financiële ruimte verantwoordelijk gebruiken’
Wethouder Van Veen bevestigt dat er inderdaad verantwoordelijk omgegaan moet worden met die inkomsten: “De vrijgekomen gelden van de verkoop van de Eneco-aandelen geven we niet ‘zomaar’ uit. Van de 80 miljoen die het heeft opgeleverd, kan de komende jaren 20 miljoen worden besteed. Ook deze financiële ruimte gebruiken we op een verantwoorde manier. Met de gemeenteraad maken we plannen waar we het geld aan gaan besteden. Uiteraard heeft corona zijn weerslag op financiën, maar daar worden we inderdaad van rijkswege voor gecompenseerd.”
Van Veen laat merken dat hij zich dan ook geen zorgen maakt om de financiën van de gemeente en benadrukt dat ook de inwoners geen rekening hoeven te maken met stijgende lasten: “Aan het begin van deze bestuursperiode heeft dit college in het coalitieakkoord als doel gesteld dat de Capellenaar niet met lastenverzwaring geconfronteerd wordt. Alleen de inflatie hebben we doorberekend.”