zaterdag, november 23, 2024

Leidens Ontzet: mede mogelijk gemaakt door Capelle aan den IJssel

Elk jaar op twee en drie oktober viert Leiden massaal feest. De stad eert dan de bevrijding na het Spaanse beleg dat op drie oktober 1574 ten einde komt. ‘Wat heeft dit met Capelle aan den IJssel te maken?’, zal menig lezer nu zeggen. Maar wij zijn vanwege juist deze gebeurtenis onlosmakelijk verbonden met Leiden.

Om bij het begin te beginnen, gaan we terug naar halverwege de zestiende eeuw. De Lage Landen vallen onder het wereldrijk van Karel V. Na zijn aftreden, werd zijn imperium opgesplitst tussen zijn twee zonen. Filips II wordt koning van Spanje en krijgt ook de Lage Landen en delen in de ‘Nieuwe Wereld’ (het recent ontdekte Amerika) onder zijn bewind.

De katholieke Filips II zet het strenge bewind van zijn vader voort. Andere godsdiensten werden vervolgd en er waren diverse sociale en economische problemen die voor oplopende spanningen stijgen. Ook hoge edellieden die in eerste instantie de Spaanse overheersers steunden, zagen hun macht alsmaar verder ingeperkt worden.

De spanningen lopen alsmaar verder op en er ontstaan gewelddadigheden. De beeldenstorm volgt en Filips II stuurt een leger naar de Nederlanden om orde op zaken te stellen. Wat volgt is de Tachtigjarige Oorlog tussen de Spaanse bezetters en het verzet onder leiding van een edellied in ballingschap: Willem van Oranje.

Leidens Beleg

De opstand werd grotendeels neergeslagen en enkel Holland en Zeeland waren nog hard rebellerend tegen de Spaanse overheersing. Leiden was belegd en een uitermate belangrijke stad voor Spanje om te overwinnen. Een overwinning zou een eventuele verovering op Den Haag en Delft mogelijk maken.

De Spaanse grondtroepen waren te machtig en sloegen verschillende aanvallen over het land af, terwijl bij de opstandelingen juist het sterke punt op het water lag. Het was slechts een kwestie van tijd voor de stad zou vallen. Er werd daarom besloten om van de watermacht gebruik te maken en de landen onder water te zetten.

Dijk bij Capelle

Het was een enorm risico om het water van de Maas en Hollandse IJssel de vrije loop te laten. Het land in handen van de opstandelingen kwam onder water te staan, landbouwgronden konden verloren gaan, en er bestond een kans dat Leiden niet eens bereikt zou worden.

Toch werd 30 juli toestemming verleend voor dit radicale plan. Twee dagen later werden alle plattelandsbewoners opgedragen naar de stad te vluchten en werden daarna diverse sluizen geopend en de dijken bij Rotterdam, IJsselmonde en Capelle aan den IJssel doorgestoken. De prins van Oranje zou hier persoonlijk bij zijn geweest.

Opmars tot het ontzet van Leiden

De opmars werd door Spaanse weerstand en laagstaand water op verschillende momenten en plekken vertraagd. Lange regenval en aanhoudende gunstige wind deed het water voldoende stijgen zodat op 1 oktober de vloot het laatste stuk naar Leiden verder kon varen.

De strijdende manschappen maakten zich op voor een laatste grote slag bij de laatste grote schans: de Lammenschans. Uit angst voor het naderende leger vluchtten de Spaanse troepen in de nacht van 2 op 3 oktober uit het verdedigingswerk en kon de vloot verder varen naar de stad en deze op 3 oktober te ontzetten.

Nasleep

Willem van Oranje zuiverde het stadsbestuur en perkte de katholieke invloed in de stad sterk in. Daarnaast kreeg de stad als dank voor hun volhoudende weerstand tegen de Spaanse overheersing een cadeau: een universiteit. Het was de eerste universiteit van Nederland.

Spanje wist niet langer weerstand te houden en door financiële problemen door andere oorlogen waarin Spanje was verwikkeld, kon het Spaanse leger niet langer betaald worden. Door muitende soldaten sloten regeringsgezinde steden en provincies uiteindelijk vrede met de provincies Holland en Zeeland, en werd uiteindelijk ook tussen Spanje en de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden de Vrede ondertekend waarmee de Tachtigjarige oorlog ten einde kwam.

 

Lees verder over dit onderwerp

- Advertisement -

Laatste nieuws

- Advertisement -

Meest gelezen