In Krimpen aan den IJssel heeft het college de begroting voor 2026 aangeboden aan de gemeenteraad. Waar eerder nog werd voorbereid op een ‘ravijnjaar’, is er nu toch een optimistisch vooruitzicht.
Het college van burgemeester en wethouders moet voor ieder jaar een begroting opstellen, waarin de verwachte uitgaven en inkomsten van de gemeente worden weergegeven. Dit is gelukt met slechts een lichte stijging van de lasten voor de inwoners.
De lokale belastingen stijgen in 2026 beperkt. De onroerendezaakbelasting (OZB) en de afvalstoffenheffing gaan alleen omhoog met de inflatie: 2,5%. Voor de riolering stijgen we met 2,7% extra (ongeveer €7 per huishouden). Het college vindt dat nodig om te kunnen blijven investeren in de openbare ruimte voor meer groen tegen hittestress en betere waterafvoer tegen wateroverlast.
Doordat volgend jaar nieuwe gemeenteraadsverkiezingen zijn, is dit de laatste begroting voor het huidige college. Omdat de collegeperiode bijna afloopt en er in de toekomst tekorten dreigen, is er nu geen nieuw structureel beleid toegevoegd aan de begroting.
Buffer opgebouwd
Wethouder Wubbo Tempel: “De gemeente Krimpen aan den IJssel staat er financieel goed voor. We hebben de afgelopen jaren veel bereikt, zonder dat dit ten koste ging van onze voorzieningen. Ook hebben we een buffer opgebouwd om toekomstige tekorten op te vangen. Daardoor kunnen we de uitdagingen vanaf 2028 beter aan.”
In 2026 wil het college extra geld storten in de reserve ‘maatschappelijke voorzieningen’. Dit geld kan worden gebruikt voor toekomstige investeringen in de gemeente, bijvoorbeeld een nieuw zwembad of het Hart van Krimpen.
Verbeterd meerjarenbeeld
Veel gemeenten hielden rekening met het ‘ravijnjaar’ in 2027, in verband met herverdeling van geld vanuit het Rijk aan gemeenten. Tempel: “Wij hoopten op een goed resultaat, maar hielden ook rekening met moeilijke jaren. We bereidden ons voor op een ravijnjaar. Door positieve ontwikkelingen en extra inkomsten van het Rijk is dat gat aanzienlijk kleiner geworden.”
Ondanks een verbeterd meerjarenbeeld, blijven er donkere wolken aan de horizon. “Na 2027 verwachten we wel tekorten, maar die zijn kleiner dan eerder gedacht”, aldus de wethouder. Hij benadrukt dat samenwerking belangrijk blijft: “De financiële situatie is nu stabiel, maar we moeten met inwoners en maatschappelijke partners blijven kijken welke voorzieningen echt nodig zijn. De gemeenteraad heeft daar ook om gevraagd. Zo kunnen we samen bepalen wat we willen behouden en hoe we dat op een goede manier kunnen betalen.”
