Maandag 11 april bezocht minister Dennis Wiersma (Primair en Voortgezet Onderwijs) het Comenius College Beroepsonderwijs. Naast een rondleiding door de school werden ook serieuze onderwerpen onder de aandacht van de bewindspersoon gebracht.
Ismail Aghzanay is docent en teamleider bij Comenius Beroepsonderwijs en werd Leraar van het Jaar 2021 voor het voortgezet onderwijs: “De vorige minister, Arie Slob, ging langs bij de Leraren van het Jaar. Ik dacht: dat zou voor ons óók leuk zijn.” Hij stuurde een berichtje naar het ministerie, en met resultaat.
Ismail leidde de minister rond langs de praktijklokalen en over het schoolterrein aan de Lijstersingel. Het was tegelijk een uitgelezen kans om een aantal hete hangijzers ten gehore te brengen, zoals het lerarentekort, maar ook dat vmbo-leerlingen alle kansen krijgen voor een mooie toekomst.
In gesprek met leerlingen
Ten slotte ging de minister in gesprek met drie leerlingen: Leon, Hayam en Nesrine. Die hadden Ismail tevoren gevraagd of hij ‘het ijs wilde breken’, maar dat bleek nauwelijks nodig. Wiersma, strakke spijkerbroek en roodblonde kuif, stelt zich voor met: ‘Hoi, ik ben Dennis.’ Hij luistert aandachtig, knikt, vraagt door.
Ook de leerlingen brengen onderwerpen ter sprake die goed aansluiting bij de punten van Ismail, maar ook richting hun eigen docenten. Zo brengt tweedeklasser Leon de afwezigheid van sommige leerlingen te sprake: “Sommige leerlingen komen regelmatig te laat of zijn een week afwezig. Dan stuurt de school hen naar Leerplicht, maar ik vind dat de school moet uitzoeken wat er aan de hand is. Sommige leerlingen kunnen door armoede niet goed vervoer naar school regelen.” Vierdeklasser Hayam vult aan: “Er zijn ook leerlingen die met problemen niet bij hun ouders terecht kunnen.”
De minister beaamt: “Te laat komen en afwezigheid, daar zit vaak iets onder. Daar zou de school in geïnteresseerd moeten zijn.” Interim-directeur Els Bakers, die ook aan tafel zit: “Melden bij Leerplicht moet; dat helpt om verzuim zichtbaar te maken. Maar wij kunnen zeker nog meer meekijken naar wat er aan de hand is.”
Buitenlandse reizen
Hayam ziet dat het vmbo achtergesteld wordt vergeleken met mavo- en havo-klassen. Als de minister vraagt om een voorbeeld, worden de buitenlandse schoolreizen gegeven: “Mavo en havo krijgen meer aandacht en faciliteiten. Bijvoorbeeld reizen naar het buitenland. Dat zou voor vmbo-leerlingen ook heel nuttig zijn.”
De minister knikt en ook interim-directeur reageert begrijpend op deze opmerking: “Jullie hebben de afgelopen paar jaar door corona heel weinig activiteiten gehad. Ik begrijp jullie wens. Ik neem daar deze week een beslissing over.”
Langere brugperiode
Nesrine, eveneens vierdeklasser, brengt nog een belangrijk punt naar het gesprek. Zo vindt zij dat leerlingen beter gebaat zijn bij een langere brugperiode. Daarmee zijn leerlingen niet gebonden aan het schooladvies wat zij nu in groep 8 krijgen.
Ook de minister is het hier roerend met haar eens: “We kijken naar een verlengde groep 8-periode en we gaan vaker brede brugklassen inzetten. Ik heb zelf de mavo gedaan. Dat was een lastige periode omdat mijn ouders toen uit elkaar gingen. Het helpt als je langer de tijd krijgt om toe te groeien naar het juiste niveau.”
Gouden Toekomst
Op het einde van de dag zegt de minister te betreuren dat vmbo-leerlingen zich zo anders behandeld voelen: “Zo’n bejegening is ook totaal onterecht. Juist het vmbo leidt de vakmensen op die we zo hard nodig hebben. Je hebt een gouden toekomst als je hier start. Kijk naar Ismail: die vertelde dat hij is begonnen op het speciaal onderwijs. Nu is hij teamleider. Ik zat op de mavo en ben nu minister. Het vmbo moet echt op een voetstuk. Dat is mijn missie.”
Ismail is na afloop dik tevreden: “Ik heb mijn punten kunnen bespreken, voelde me begrepen, en de minister beaamde een aantal zaken. En ik ben zó trots: wat deden mijn leerlingen het geweldig!”