Op woensdag 15 januari wordt Harriët Westerdijk beëdigd als burgemeester van Krimpen aan den IJssel. Ze volgt daar Martijn Vroom op, die in maart 2023 burgemeester werd van Leidschendam-Voorburg. Sindsdien is Jan Luteijn waarnemend burgemeester. Rob Nieuwveld sprak met Westerdijk in het gemeentehuis van Capelle aan den IJssel.
In 2014 werd Harriët Westerdijk raadslid voor de VVD in Capelle aan den IJssel en sinds 2018 is zij wethouder. In haar werkkamer in het gemeentehuis van Capelle heerst een ontspannen sfeer. Cadeaus worden binnengebracht en Harriët Westerdijk is vol aandacht ervoor, met een grote glimlach. Het ademt Capelle: de afscheidscadeaus en ook alles wat aan de muur hangt en op het bureau staat. Het raam biedt door de ochtendmist uitzicht op de Hollandsche IJssel en op het dorp waar zij straks burgemeester is.
U heeft nog een aantal dagen te gaan hier in Capelle. Het is de tijd van afscheid nemen. U krijgt cadeautjes, dat zien we om ons heen. En dan de volgende stap zetten. Hoe is dat gevoel nu?
“Het is heel mooi, heel warm, om mensen me te laten uitzwaaien. Het ambt waar ik naartoe ga – het burgemeestersambt in Krimpen – is natuurlijk iets heel moois. En tegelijkertijd is het heel dubbel dat je hetgeen wat je in Capelle hebt mogen doen, wat je hebt kunnen betekenen voor de Capelse inwoners, altijd met hart en ziel, gaat afsluiten. Maar het mooie is dat ik daar een aantal weken voor heb gehad. Ik heb met heel veel mensen hier in het gemeentehuis kunnen spreken en ik weet dat ik het ook achter kan laten bij mensen, waarvoor ik heel dankbaar ben dat ik daar al die jaren mee heb kunnen samenwerken.”
Het was uw eerste sollicitatie als burgemeester en die is het ook gelijk geworden. Dat kan niet iedereen zeggen. Is er nooit een gevoel geweest van: het komt nu wel heel dichtbij, het afscheid nemen uit Capelle waar u ook al lang woont?
“Het is wel het gevoel van: het wordt nu echt afscheid nemen. En tegelijkertijd kijk je vooruit van: ik ga iets moois doen. Dan heb je ook een reflectie op de mooie dingen die je hebt kunnen doen in Capelle. En ik ben er gewoon echt ongelooflijk trots op wat ik heb mogen doen al die jaren. Ik heb kunnen bijdragen aan het een stukje mooier maken van Capelle. Ik heb met heel veel mooie Capellenaren gesprekken kunnen hebben. Ja, heel veel mooie dingen kunnen doen.”
In uw kamer zie ik alleen maar dingen uit Capelle, van het verleden en de toekomst aan de muren hangen.
“Er hangt letterlijk een droombord. Ik ben natuurlijk ooit begonnen als raadslid met een droom om te kijken hoe ik kan zorgen dat Capellenaren mee kunnen blijven doen. In mijn visie is dat altijd geweest: kun je mensen mee laten doen met sporten, bewegen, met het beheersen van de taal en het kunnen zorgen dat ze werk kunnen vinden? En ja, dat is ook altijd de drijfveer geweest om de politiek in te gaan, maar ook de drijfveer geweest als wethouder. Dat zie je ook wel in de dingen die ik heb kunnen en mógen doen. Eén van de hoofdpunten is natuurlijk als raadslid mee mogen maken hoe we een beslissing hebben genomen voor het bouwen voor het nieuwe zwembad. En hoe mooi is het dan als je door je periode heen de ontwikkeling van het zwembad hebt gezien, van de eerste paal tot het hoogste punt van het zwembad en uiteindelijk de opening van het zwembad. Dat je ziet dat nu toch dagelijks duizenden mensen gebruik maken van dat zwembad. Dat kinderen zwemles hebben. Dat vind ik fantastisch om te zien. En ik ben ontzettend dankbaar dat ik dat heb mogen kunnen doen.”
U was in 2014 in de Capelse raad gekomen. Hoe was het op dat moment om van bewoner van Capelle over te gaan naar raadslid, waardoor je de stad op een andere manier gaat lezen?
“Ik had al een poosje van de zijlijn mee kunnen maken en kunnen zien hoe het is. En vandaar dat ik ook echt de passie en de ambitie had om daar in te stappen. Eigenlijk is het niet iets van: ja, hoe is het? Het is een ervaring. Ik zeg hier altijd tegen mensen: ‘als je interesse hebt in de politiek, neem die stap en ga je inzetten voor de Capelse samenleving.’ En dat kan op vele manieren. Dat kan als vrijwilliger, dat kan vanuit je professie zijn en dat kan als raadslid. Als raadslid betekent het dat je ook beslissingen mag nemen die verandering in de stad kunnen brengen. En dat heb ervaren en dat vond ik ontzettend mooi om te kunnen doen.”
Als wethouder ga je soms nog een stapje verder. Dan ben je veel meer onderdeel van de ontwikkeling van zo’n beslissing.
“Je bent er onderdeel van, maar uiteindelijk is het natuurlijk de raad die de kader stelt. En met elkaar gaan we daar uitvoering aan geven. En als bestuurder geef je daar uitvoering aan. En daarin heb ik heel veel mooie dingen kunnen zien. Afgelopen maandag hebben we het beleidskader rondom schulden vastgesteld. Daar zie je ook echt dat je direct impact kan hebben vanuit een idee van: hoe zorgen we dat mensen die geldzorgen hebben, op een laagdrempelige manier hulp kunnen krijgen. Maar op het moment dat er echt schulden zijn, dat die ook aangepakt kunnen worden. Als ik kijk naar de bibliotheek, waar we vandaan komen, hoe die verbouwd is, hoe Brownies & Downies daar in zitten met mensen die daar ook helpen. Maar ook het taalpunt, het digitaalpunt, de bibliotheek op school en als kers op de taart natuurlijk nu het Isala Theater dat genomineerd is als beste theater in de midden categorie. Ik vind dat heel bijzonder en ik kan niet uitdrukken welke trots daarin zit. Het is pure passie om daaraan te kunnen bijdragen.”
Wat zijn de ontwikkelingen in de sport? U bent ook verantwoordelijk voor het Capelse sportbeleid. Zoals overal gaan er bezuinigingen komen, die misschien ook de sportverenigingen raken. Hoe zou u daarmee omgaan als u daar gewoon mee verder had kunnen gaan?
“We hebben Sportief Capelle, die beheert en exploiteert heel veel van onze sportverenigingen. Er zijn er natuurlijk een aantal die dat nog in eigen beheer doen. Ik ben onlangs op de dag van de vrijwilliger bij de sportverenigingen langsgegaan. Juist om te zeggen dat het de vrijwilligers en de leden zijn die uiteindelijk kleur geven aan de complexen die we hebben. Wat we in Capelle altijd gedaan hebben is kijken hoe we ervoor zorgen, dat sport niet alleen een middel is of een doel, maar dat je kijkt: hoe zorg je dat je met dat middel van sport, mensen mee kan laten doen. Dan ga je met elkaar kijken hoe je daar inkleuring aan geeft. En ik denk als ik door was gegaan, dat ik daar ook op was blijven inzetten. Om zoveel mogelijk, ook al heb je minder middelen, toch te kijken hoe je zoveel mogelijk daarmee kan doen. Een project als Homebase, waarin je de verlengde schooldag hebt. Daar breng je het stukje onderwijs, het een veilige basis geven aan leerlingen, en het sporten bij elkaar. En daar was ik altijd op blijven inzetten, omdat ik erin geloof dat door mensen mee te kunnen laten doen en te kunnen betrekken. Ja, er was ook een heel mooi artikel nu in de krant van de wijkbuurtcoaches, dat je sport ook kan gebruiken. En daar is Homebase ook als voorbeeld gekomen. Ja, dat is één van de dingen waarvan ik denk ja, dat hebben we door de jaren heen met elkaar ontwikkeld en dat is iets heel moois wat gewoon goed staat.”
Dus je moet eigenlijk veel meer creativiteit gebruiken zonder geld dan dat je gewend was mét geld?
“We gaan naar een periode toe dat er minder geld is, maar er is ook niet helemaal geen geld. We hebben als gemeente, als overheid, als Capellenaren, ook gewoon een taak om mensen mee te kunnen laten doen en te zorgen dat Capelle de fijne plek is waar je met elkaar wilt wonen. En daar blijven we gewoon op inzetten.”
U noemt wonen, maar Capelle is al redelijk vol, zegt men. Bent u het daarmee eens? Moet je het helemaal vol bouwen?
“Het is altijd belangrijk om een balans te zoeken tussen de Capellenaren die er zijn en wonen en de Capellenaren die nu ook al hier opgroeien, maar geen plekje kunnen vinden. En dat de mensen die nu bijvoorbeeld een eengezinswoning hebben, ook ruimte krijgen om door te stromen. En dat is altijd kijken hoe je ervoor zorgt dat met één woning zoveel mogelijk doorstroming op gang gewekt kan worden. Ik denk dat je die balans heel goed moet bewaren. En vanuit die gedachte altijd moet kijken wat we toevoegen aan Capelle en hoe we waarde toevoegen, ook met de nieuwbouw die er komt. En je ziet dat we dat op verschillende plekken, bijvoorbeeld hier in het centrum, al hebben kunnen doen. Daar hebben we wat gesloopt, maar daar komt ook weer wat van toegevoegde waarde voor terug.”
Heeft u altijd uw portefeuilles als wethouder zelf kunnen bepalen?
“Ik heb altijd de keuze mogen hebben en de portefeuilles die ik heb, heb ik beide periodes als wethouder gedaan. Daarnaast heb ik het prachtige project Rivium op kunnen pakken om te kijken hoe we een traditionele kantorenwijk om kunnen vormen naar een wijk van de toekomst waar je kunt wonen, werken en verblijven en daar zie je de ontwikkelingen die daar gaande zijn, dat is dus kunnen bijdragen aan Capelle in de portefeuilles.”
Hoe staat het met het Nieuwe Rivium, wat is de voortgang want het lijkt nogal stil te staan rond dit enorme project?
“We moeten ons voorstellen dat een project als Rivium, een wijk waar we in de eerste fase zo’n 4.000 woningen laten bouwen en daarna richting 5500 woningen gaan, van start tot eind tien tot vijftien jaar kan duren. Dus dat betekent dat het gewoon op schema loopt, maar tegelijkertijd is er natuurlijk wel heel wat gaande om ervoor te zorgen dat je een wijk van de toekomst bouwt. Dat je die wijk bouwt waar je kan verblijven, waar je kan recreëren. En daar wordt elke dag keihard aan gewerkt. Juist vanmiddag heb ik nog een gesprek met alle ontwikkelaars en daar zie je het enthousiasme ook. Ik denk als je kijkt naar het enthousiasme hier in onze organisatie, het enthousiasme van de ontwikkelaars en de woningen die nodig zijn, dat is iets wat Capelle heel goed richting de toekomst en heel veel ruimte gaat geven in woningen. En die focus die hebben we met elkaar.”
Wat gaat u missen van het aan het werk zijn in Capelle?
“Ik denk de mensen, de Capellenaren, het dagelijks zien dat je mensen een stap op weg kunt helpen. Ik ga alle Capellenaren missen.”
Heeft u wel eens dat u op enig moment even terugkijkt op een werkweek en het weekend en dan ergens tot de conclusie komt wat het leukste is wat u de afgelopen week gedaan hebt?
“Het leukste wat ik de afgelopen week gedaan heb is op verschillende momenten van mensen afscheid kunnen nemen en dat laat je zien, dat de waardering die ik heb voor de medewerkers, ook teruggegeven wordt. Dat is het allermooiste wat er is, dat we samen hebben kunnen bouwen aan Capelle met mensen met een hart voor Capelle en daar doe je het voor.”
Een van de dingen die in het profiel van de burgemeester voor Krimpen aan den IJssel stonden, was extra aandacht te hebben voor veiligheid in buurten en wijken. Heeft ze zich daar al op voorbereid?
“Eén van de speerpunten die ik altijd heel belangrijk heb gevonden, is dat kinderen veilig op school kunnen zitten. En daar hebben we natuurlijk het Veilig Scholenconvenant wel eens voor gehad. Daar zie je in dat scholen samenwerken in het kader van veiligheid. En die samenwerking in Krimpen aan den IJssel op gebied van veiligheid, die ga ik ook zeker zoeken met de organisaties en met de Krimpenaren. En kijken hoe je die verbindingen kunt leggen. Dus ik kijk daar heel positief naar. En het mooie is eigenlijk dat ik Krimpen een heel mooi dorp vind. Capelle is een stadsdorp en die verbinding zit heel dicht bij elkaar. Ik ben geboren in een Rotterdams ziekenhuis, maar mijn wiegje stond in Ouderkerk aan den IJssel en ik ben getogen in Capelle aan den IJssel. Voor mij is die cirkel heel mooi rond. Dus dat maakt het voor mij ontzettend mooi, dat ik zo dicht bij huis kan blijven doen wat ik heel mooi vind. En dat is inzetten in het openbaar bestuur, om het voor de inwoners gewoon een fijne plek te maken om te wonen.”
Gaat u verhuizen naar Krimpen aan den IJssel?
“Natuurlijk ga ik verhuizen. Ik woon nu in Capelle met zicht op Krimpen en we gaan kijken wat voor een mooi plekje er voor mij in Krimpen beschikbaar is. Het laatst binnengebrachte cadeau is een grammofoonplaat, vinyl, met Een lied voor Capelle. Het is een versie die op verzoek van toenmalig burgemeester Luigi van Leeuwen in de jaren ’80 geschreven is door Michel van der Plas en van muziek voorzien door Louis van Dijk. Die gaat mee naar Krimpen.”
