De rechtbank heeft taakstraffen opgelegd aan vier jongeren die betrokken waren bij de onrust op oudjaarsdag van 2021 in Moordrecht. Hoewel niet kon worden bewezen dat de individuen zelf vernielingen aanrichtten, hebben ze wel een “wezenlijke bijdrage geleverd aan de groep”.
Harde knallen, vernielingen en grote groepen jongeren die door de straten zwermden. Het was onrustig in Moordrecht op oudjaarsdag 2021. De sfeer op straat was grimmig en de officier van justitie zegt dat het voor inwoners “ontzettend beangstigend” was die avond.
Vier jongeren van die avond stonden dinsdag 28 maart voor de rechter. Het gaat om twee jongens die op dat moment 20 jaar waren, en twee broers van 20 en 18 jaar oud. Alle vier zijn ze herkend op camerabeelden van die avond.
Contact via social media
De groep was urenlang op straat. Er werden vernielingen aangericht, voorbijgangers werden lastiggevallen of er werd vuurwerk naar ze gegooid. Zodra de politie kwam, ging de groep er snel vandoor om later weer samen te komen. Via social media hielden de overlastgevende jongeren contact met elkaar.
Een jaar eerder, in 2020, was het ook al onrustig in het dorp. Om die reden was er een camera geplaatst voor extra toezicht. Ook deze werd opgeblazen door de groep. Een van de verdachten stuurt via een app’je aan vrienden hoe het moest gebeuren: “Iemand moet gewoon ff in de paal klimmen, cobra aan vast tapen en aansteken, vrijspel”
Wezenlijke bijdrage
Hoewel er geen hard bewijs is dat de vier verdachten zelf vernielingen hebben aangericht, maar waren wel altijd aanwezig bij de verantwoordelijke groep. Genoeg voor veroordeling. “Dat heet openlijk geweld”, legde de officier van justitie uit. “Iemand hoeft niet zelf het geweld te hebben gepleegd, van belang is dat hij of zij een wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan de groep die dat heeft gedaan.”
Volgens de officier is daar bij deze vier sprake van geweest. “Ze wisten donders goed dat het hommeles was op straat, dat was namelijk precies waar ze op af kwamen na aapjes van vrienden.” De verdachten verklaarden dat ze enkel even gingen kijken. De officier vond dat onbegrijpelijk: “Je weet dat er onrust is, en toch ga je ernaartoe en doe je zelfs mee.”
Ook benadrukt de officier de impact die het heeft gehad op inwoners. “Zij wilden ook over straat, maar werden geconfronteerd met dit geweld. Mensen die bang zijn voor vuurwerk of bang waren voor de grimmige sfeer die er hing – zij moesten thuisblijven of een omweg nemen.”
Taakstraffen
Het Openbaar Ministerie eiste taakstraffen van 200 en 150 uur, en voor één van de verdachten een voorwaardelijke celstraf van een maand. De rechter heeft gezien de leeftijden van de verdachten het adolescentenstrafrecht toegepast, waardoor de straffen lager uit zijn gevallen.
De verdachten kregen 60, 80, 100 en 120 uur taakstraf opgelegd. De verdachte met 120 uur taakstraf kreeg daarnaast een voorwaardelijke celstraf van twee weken.
